DEN HAAG – Den Haag gaat voorlopig niets veranderen aan de raamseksstraten Doubletstraat en Geleenstraat. Voordat de gemeente beslist over een mogelijke verhuizing of samenvoeging van de seksstraten, gaat het stadhuis eerst met betrokkenen op zoek naar alternatieven voor de raamprostitutie en daarmee experimenteren. Maar wet- en regelgeving kan het uitvoeren van deze proeven ingewikkeld maken.
Al jarenlang is de toekomst van de Doubletstraat en Geleenstraat onderwerp van discussie in Den Haag. Omwonenden van met name de Doubletstraat ervaren overlast en zijn de prostitutiestraat liever kwijt dan rijk. Ook zijn er zorgen over de veiligheid van sekswerkers.
Maar een plan om de twee straten samen te voegen in een erotisch centrum in de Sporendriehoek bij het Centraal Station ketste af, omdat het niet haalbaar bleek. Ook ideeën om de raamprostitutie in de Doubletstraat te verhuizen naar de Geleenstraat zijn niet concreet geworden.
Coalitieakkoord
Nu gaat het college van burgemeester en wethouders op zoek naar alternatieve vormen van sekswerk, schrijft wethouder Mariëlle Vavier (GroenLinks) aan de gemeenteraad. Ze volgt daarmee het coalitieakkoord. Daarin staat dat de coalitie ‘in overleg met sekswerkers, buurt, ondernemers en maatschappelijke organisaties gaat werken aan alternatieven voor het raamsekswerk op de plekken waar dat (op termijn) gaat verdwijnen’.
Begin 2022 is al eens met sekswerkers, exploitanten, omwonenden en zorginstanties gesproken over de toekomst van het raamsekswerk, maar dat leverde niet genoeg op. ‘Hieruit is geen eenduidig beeld ontstaan naar (on)mogelijkheden die recht doen aan de ontwikkelingen in het raamsekswerk (vraag en aanbod) en de daarvoor benodigde werkplekken- en locaties’, schrijft Vavier.
Proeven
Daarom gaat de wethouder opnieuw in gesprek met betrokkenen. ‘Centraal staat daarbij de vraag welke vormen van sekswerk worden gezien als alternatieven voor het raamsekswerk in Den Haag.’ Uiteindelijk is het de bedoeling dat deze alternatieven in de praktijk gebracht worden in de vorm van experimenten die drie of vier jaar duren.
Vavier: ‘Zo kan worden bekeken of de betreffende vorm daadwerkelijk een goed alternatief voor het raamsekswerk biedt. Het doel daarbij is om te onderzoeken of het sekswerk in de raamstraten gedeeltelijk kan worden omgevormd, waarbij gezonde en veilige werkplekken voor sekswerkers voorop staan.’
Privacyregels
De experimenten worden steeds getoetst op ‘wenselijkheid, haalbaarheid en veiligheid’, maar ook aan de wet- en regelgeving rondom sekswerk. Dat laatste kan het voor de gemeente lastig maken om de proeven uit te voeren, want vooral de strenge privacyregels maken het ingewikkeld.
Oorzaak is dat ‘het zijn van sekswerker’ volgens de Autoriteit Persoonsgegevens een bijzonder persoonsgegeven is. Daardoor is het wettelijk verboden om de gegevens van sekswerkers te registreren en te verwerken.
Toezicht
‘Deze wetgeving beperkt de ruimte van de gemeente bij de vormgeving van de pilots’, waarschuwt Vavier. Ook heeft het gevolgen voor het toezicht op de branche. ‘Dit bemoeilijkt het toezicht en de handhaving op de gehele seksbranche zeer ernstig.’
Desondanks gaat de gemeente op zoek naar alternatieven. ‘Gedurende de uitwerking en de uitvoering van het projectplan, zullen geen onomkeerbare beslissingen worden genomen over het (raam)sekswerk in Den Haag’, belooft Vavier. Half juni debatteert de gemeenteraad over het sekswerkdossier.