Amsterdam – De komst van een Amsterdams prostitutiehotel of een groots erotisch centrum waar ook horeca, een sekstheater, beautysalon, kapper, zonnestudio en een bed and breakfast voor sekswerkers kunnen worden gerealiseerd, zijn nieuwe alternatieven voor bestaande raamprostitutie. Dat stelt de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema voor aan de gemeenteraad.
Door een sekshotel of erotisch centrum in de hoofdstad te openen moet onder andere de overlast op De Wallen van toeristen worden verkleind. Uit een brief die Halsema naar de gemeenteraad stuurt blijkt dat deze twee varianten ’de meeste voordelen en de minste nadelen in zich verenigen’. De maatregelen zijn volgens Halsema nodig om de druk op de Wallen te verlichten, nu toeristen voor veel overlast zorgen. Door prostitutie te verplaatsen moet dat verminderen, is het idee.
Volgens Halsema kan een nieuw sekshotel exclusief worden ingericht voor sekswerk. In een dergelijk hotel zijn twee soorten werkplekken: voor ’face-to-face-werving’ zoals nu ook op de Wallen gebeurt (binnen in hotelgangen) en werkplekken voor prostituees die hun klanten via internet werven. „Dit lijkt op de huidige raamprostitutie in Amsterdam, maar in het hotel wordt de toegankelijkheid tot de prostitutie-zone beperkt doordat je via een entree de inpandige zone (met sekswerkers in de deuropeningen) of op een afgesloten hof binnenkomt. Voor de louter ’kijktoerist’ is het betreden van het gebouw een forse drempel in vergelijking met raambordelen die aan de openbare weg grenzen”, schrijft Halsema.
Erotisch entertainment
Een tweede optie is een gloednieuw erotisch centrum, dat door Halsema als ’prostitutiehotel plus plus plus’ wordt omschreven. Naast peeskamers moet er ruimte zijn voor een seksclub, sekstheater en niet-seksgerelateerde functies zoals uitgebreide horeca, een beautysalon, kapper, zonnestudio en bed and breakfast voor sekswerkers. „Door de aanwezigheid van erotisch entertainment als sekstheaters en door de aanwezigheid van veelsoortige horeca is het ook aantrekkelijk voor de niet op sekswerk gerichte bezoekers en trekt alle groepen klanten/bezoekers. Via het reguleren van de bezoekersstroom en huisregels wordt overlast beperkt.”
De functies van zo’n erotisch centrum zijn verdeeld over vijf verdiepingen: op de bovenste verdieping is het sekstheater en een seksclub, beschrijft Halsema. Op de begane grond zitten de meer laagdrempelige functies als de beautysalon, de zonnestudio, het restaurant, de huiskamer voor sekswerkers en op de tussenliggende verdiepingen zijn gescheiden delen ingericht voor vrouwelijke, mannelijke en trans-sekswerkers. „Deze verdiepingen zijn ontworpen zoals het prostitutiehotel.” Voor beide opties moet er een optimale bereikbaarheid zijn vanuit het OV (bijvoorbeeld bij een halte van de Noord/Zuidlijn) en moeten goede parkeerfaciliteiten zijn, waar mogelijk ondergronds.
Toekomst van de Wallen
Het is echter nog maar de vraag hoe de raamprostitutie op de Wallen -door het toevoegen van een nieuw hotel of erotisch centrum in een ander deel van de stad- dan beperkt gaat worden.
Halsema denkt aan een ’meer sturende overheid’ waarbij kan worden gedacht aan een vrijwillige verplaatsing van exploitanten naar de nieuwe locatie, of een gedwongen sluiting. Daaraan zitten grote financiële en juridische consequenties. „De tweede manier is om nieuwe werkplekken te realiseren en vervolgens de ’werking van de markt’ af te wachten. Mogelijk neemt de raamprostitutie op de Wallen geleidelijk af doordat ondernemers zelf besluiten te stoppen vanwege afnemende klandizie door de nieuwe locatie elders of door algemene ontwikkelingen in de markt (toename door internetwerving). Onzeker is uiteraard of dit inderdaad zal gebeuren en zo ja: in welke mate en op welke termijn. Het is dus ook mogelijk dat dit effect zich amper of pas op lange termijn voordoet. Een voordeel is wel dat de gemeente hier aanzienlijke kosten kan besparen van (schade)vergoedingen”, aldus de Amsterdamse burgemeester.
Eerder moesten vele tientallen miljoenen aan seksexploitanten op de Wallen worden uitgekeerd als gevolg van ’opschonen’ van de Wallen tijdens het gemeentelijk project 1012.