AD 19-1-17
Utrecht gaat het contract met de beoogd bouwer van het nieuwe Zandpad, BeJa Accommodaties B.V. uit Hoogeveen, ontbinden. Het bedrijf komt niet door het in opdracht vande gemeente uitgevoerde zogeheten Bibob-onderzoek. Hierdoor loopt de bouw van de nieuwe prostitutiezone vertraging op.
Op basis van het Bibob-onderzoek blijkt dat sprake is van ‘een ernstige mate van gevaar dat in of met de onroerende zaken waarop de vastgoedtransactie betrekking heeft mede strafbare feiten zullen worden gepleegd.’’ Op basis van de Bibob kan sprake zijn van een ernstige mate van gevaar, een mindere mate van gevaar of geen (gebleken) gevaar. In dit geval is aldus sprake van de hoogste gevaar categorie.
De uitkomst van het Bibob-onderzoek is voor gemeente en toekomstige exploitanten van het zandpad een domper. Utrecht gaat voor de exploitatie van de 162 geplande werkruimten nu in zee met Stichting Non Nobis, die als tweede uit de tenderprocedure is gekomen.
Non Nobis
Non Nobis uit Zeist is actief in vastgoed ten behoeve van maatschappelijke organisaties, zoals zorgorganisaties. Non Nobis had een plan van aanpak ontwikkeld waarmee misstanden in de raamprostitutie worden tegengegaan. Toen de voorkeur aan BeJa werd gegeven ging de stichting in gesprek met andere gemeenten. In Den Haag wil Non Nobis bijvoorbeeld nu een groot bordeel neerzetten waar ‘sekswerkers in een transparante en veilige omgeving hun diensten kunnen aanbieden’.
Directeur Jaap de Boer van Non Nobis geeft in een eerste reactie aan wel oren te hebben naar een gesprek met de gemeente Utrecht. Ex-prostituee Caja van Tolie die van meet af een deel van de exploitatie van de prostitutiezone met haar bedrijf Freya op zich wilde nemen, ziet nieuwe kansen als Non Nobis het Zandpad zou mogen gaan ontwikkelen.
De Utrechtse VVD noemt het een streep door de rekening. Raadslid Queeny Rajkowsi: ,,Wat de VVD betreft wordt er zo snel mogelijk een nieuwe ontwikkelaar gezocht die het nieuwe Zandpad gaat exploiteren en voldoet aan de eisen voor schoon, veilig en transparant.”
Het CDA is opgelucht dat het college deze ,,stevige conclusie” durft te trekken. Marloes Metaal: ,,Het CDA heeft altijd al vraagtekens gehad bij de mate van betrokkenheid van de gemeente bij de ontwikkeling van raamprostitutie in Utrecht. We waarderen het dat de gemeente nu wel duidelijke normen hanteert, maar we hebben vraagtekens bij de toekomstbestendigheid van dit project.”
Steven de Vries van GroenLinks noemt het ,,de zoveelste klap voor onze Utrechtse sekswerkers. Ik wens voor hen dat de volgende potentiële investeerder, of dit nu Non Nobis is of een andere, goed uit de Bibob-procedure komt. En dat er dus zo snel mogelijk begonnen kan worden met de bouw.,,